AB | Voor de dirigent. Op de lelies. Van David. |
SV | [Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim. |
WLC | לַמְנַצֵּ֬חַ עַֽל־שֹׁושַׁנִּ֬ים לְדָוִֽד׃ |
Trans. | lamənaṣṣēḥa ‘al-šwōšannîm ləḏāwiḏ: |
A | 69:1-2 | Pleidooi tot redding; |
B | 69:3 | Ik ben moe van mijn huilen; |
C | 69:4 | Zij zijn machtig die mij kunnen vernietigen; |
D | 69:5-6 | Mijn eigen dwaasheid, schaamte en schande; |
E | 69:7-12 | Om uw wil heb ik smaad gedragen (messiaans); |
F | 69:13 | Hoor mijn gebed in de veelheid van uw genade; |
G | 69:14-15 | God is groot. Red mij; |
F’ | 69:16-18 | Hoor mij en kom mij tot mij in de veelheid van Uw genade; |
E’ | 69:19-21 | U kent mijn dwaasheid, schaamte en schande (messiaans); |
D’ | 69:22-28 | De HEERE brengt vijanden en tegenstanders tot schaamte en beschaming; |
C’ | 69:29-32 | De HEERE is machtig, en redt mij; |
B’ | 69:33 | De HEERE hoort en veracht de roeping der armen niet; |
A’ | 69:34-36 | Lofdank voor de redding. |
[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
[Een psalm van] David, voor den opperzangmeester, op Schoschannim.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!